Toelagen en premies

Ontdek welke toelagen en premies bovenop de wedde kunnen toegekend worden

Het bedrag van de eindejaarstoelage bestaat uit een vast gedeelte en een veranderlijk gedeelte.

Het bedrag van de eindejaarstoelage wordt als volgt berekend :

  1. het bedrag van het vast gedeelte wordt vastgesteld op 335,06 euro. Dit bedrag is gekoppeld aan de schommelingen van de spilindex 138,01 en wordt geïndexeerd op dezelfde wijze als de voor de maand oktober van het lopende jaar verschuldigde wedde.
  2. voor het variabel gedeelte : het variabel gedeelte bedraagt 2,5 % van de jaarlijkse brutoverloning die tot grondslag diende voor de berekening van de verloning aan de gerechtigde verschuldigd voor de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar.

Op de eindejaarstoelage worden de inhoudingen verricht welke zijn vastgesteld krachtens de bepalingen van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders behalve voor de gerechtigden die uitsluitend onderworpen zijn aan de regeling van verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, gezondheidssector.

De belanghebbende geniet het volledige bedrag bepaalde toelage, indien hij als titularis van een ambt met volledige prestaties het volledig voordeel van zijn bezoldiging heeft genoten tijdens de hele duur van de referentieperiode.

Wanneer de ambtenaar niet het volledig voordeel van de in § 3 bedoelde bezoldiging heeft genoten, als titularis van een ambt met volledige of onvolledige prestaties, wordt het bedrag van de toelage verminderd naar rata van de bezoldiging die hij werkelijk heeft ontvangen.

Wanneer de ambtenaar, als titularis van een ambt met volledige of onvolledige prestaties, tijdens de referentieperiode :

  1. met ouderschapsverlof was
  2. niet in dienst is kunnen treden of zijn ambtsverrichtingen heeft geschorst wegens de verplichtingen hem opgelegd door de militiewetten, gecoördineerd op 30 april 1962, of de wetten houdende het statuut van de gewetensbezwaarden, gecoördineerd op 20 februari 1980, met uitsluiting in beide gevallen van de wederoproeping om tuchtredenen,

worden deze periodes gelijkgesteld met periodes tijdens welke hij het volledig voordeel van zijn bezoldiging heeft genoten.

De eindejaarstoelage wordt uitbetaald ten laatste op 15 december van het in aanmerking genomen jaar.

Artikel 355 van het statuut van GOB

Artikel 349 van het statuut van ION's

De ambtenaren genieten ieder jaar vakantiegeld waarvan het bedrag gelijk is aan 92 % van een twaalfde van de jaarlijkse wedde(n), zoals die gekoppeld is (zijn) aan de index van de consumptieprijzen, die de wedden bepalen die verschuldigd zijn voor de maand maart van het vakantiejaar.

Voor volledige prestaties verricht gedurende het gehele referentiejaar, geniet de ambtenaar een volledig vakantiegeld.

Wanneer de ambtenaar niet het volledig voordeel van de bedoelde bezoldiging heeft genoten, als titularis van een ambt met volledige of onvolledige prestaties, wordt het vakantiegeld verminderd naar rata van de bezoldiging die hij werkelijk heeft ontvangen.

Worden voor de berekening van het bedrag van het vakantiegeld in aanmerking genomen de perioden waarin de ambtenaar, tijdens het referentiejaar :

  1. zijn functies heeft opgeschort wegens de verplichtingen die hem opgelegd zijn krachtens de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht
  2. met ouderschapsverlof was
  3. afwezig geweest is ingevolge een verlof of een arbeidsonderbreking zoals vermeld in de artikelen 39 en 42 tot 43bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 of in artikel 18, tweede lid van de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de arbeidstijd.

Voor de berekening van het vakantiegeld wordt eveneens in aanmerking genomen de periode vanaf 1 januari van het referentiejaar tot de dag welke voorafgaat aan die waarop de ambtenaar die hoedanigheid heeft verkregen, op voorwaarde dat hij :

  1. minder dan 25 jaar oud is op het einde van het referentiejaar
  2. uiterlijk in dienst is getreden op de laatste werkdag van de vier maanden volgend op :
  • hetzij de datum waarop de ambtenaar de inrichting heeft verlaten waarin hij zijn studie heeft gedaan onder de voorwaarden bepaald in artikel 62 van de gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders
  • hetzij de datum waarop de leerovereenkomst werd beëindigd.

Het vakantiegeld wordt uitbetaald ten laatste op 15 mei van het jaar waarin de vakantie moet worden toegekend.
 

Artikel 354 van het statuut GOB

Artikel 348 van het statuut ION's

Er wordt een tweetaligheidspremie toegekend aan de ambtenaren die het bewijs hebben geleverd dat zij een schriftelijke en/of mondelinge kennis hebben van de tweede taal.

Deze schriftelijke en/of mondelinge kennis wordt bepaald door middel van :

  •   hetzij het Koninklijk Besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966 en gestaafd door een taalcertificaat uitgereikt door Werkenvoor.be
  • of één van de niveaus van taalbeheersing bepaald door het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen en gestaafd door een taalcertificaat uitgereikt door een door de Vlaamse Gemeenshap of de Franse Gemeenschap erkende taalonderwijsinstelling.

Het jaarlijkse bedrag van de toelage verschilt naargelang het aan de ambtenaar uitgereikte certificaat van taalkennis.

Of wordt het bedrag bepaald op basis van de examens bedoeld in de volgende artikelen van voornoemd koninklijk besluit van 8 maart 2001 :

  • artikel 9, § 1 alinea 2, of artikel 10 (elementaire mondelinge kennis) = 600 euro
  • artikel 9, § 2, 2de lid of artikelen 8 en 9, § 1, alinea 2 of artikel 10 (elementaire mondelinge en schriftelijke kennis) = 2.400 euro
  • artikelen 11 en 9, § 1 (voldoende mondelinge en schriftelijke kennis) of artikel 12 = 3.200 euro.

Of wordt het bedrag bepaald op basis van de volgende niveaus van taalbeheersing van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen :

  • kennisniveau A1 = 600 euro
  • kennisniveau B1 = 2.400 euro
  • kennisniveau C1 voor de lees- en luistervaardigheid en B2 voor de modelinge en schriftelijke kennis = 3.200 euro.

De verschillende toelagen kunnen niet gecumuleerd worden.

De ambtenaren, die geslaagd zijn voor het in artikel 7 van voormeld Koninklijk Besluit van 8 maart 2001 bedoelde examen, verkrijgen een tweetaligheidstoelage volgens hun niveau. Het jaarbedrag van de tweetaligheidstoelage wordt vastgesteld als volgt :

  • ambtenaren van niveau A en B = 3.200 euro
  • ambtenaren van niveau C, D = 2.400 euro.

Een premie wordt toegekend aan de personeelsleden die hun kennis bewijzen van een gebarentaal die overeenstemt met het Frans of Nederlands voor zover de leden in een dienst zijn aangesteld die in contact staat met de bevolking of in een dienst waarin die kennis nuttig is voor de communicatie binnen de dienst. Voor de toepassing van dit artikel wordt de kennis van een gebarentaal bewezen door het slagen in een proef die door Werkenvoor.be georganiseerd wordt. De jaarlijkse premie bedraagt 2.400 euro.

Artikelen 374 en volgende van het statuut GOB

Artikelen 367 en volgende van het statuut ION's

De ambtenaar die houder is van een mandaat, ontvangt een mandaatpremie waarvan het jaarlijks bedrag gelijk is aan :

  •   voor de ambtenaren van rang A7 en A6: 4.000 euro;
  •   voor de ambtenaren van rang A4+ en A5: 3.000 euro;
  •   voor de ambtenaren van rang A4: 2.000 euro.

De mandaatpremie wordt maandelijks uitbetaald onder dezelfde voorwaarden als de wedde. Ze wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.

In het geval van onderbreking van de uitoefening van het mandaat is de premie slechts verschuldigd als die onderbreking niet langer duurt dan dertig werkdagen en de mandaathouder het recht op zijn wedde niet verliest.

Indien de vermelding "gunstig" zoals bedoeld in artikel 471, lid 1 hem werd toegekend, wordt de mandaatpremie van de mandaathouder verdubbeld voor de periode waarop de evaluatie betrekking heeft.

De verdubbeling van de mandaatpremie wordt aan de mandaathouders betaald binnen de drie maanden na de evaluatie.

Artikel 461 van het statuut GOB

Artikel 454 van het statuut ION's