Werken voor het Gewest
Over ons
My Talent
Vandaag markeert de Internationale Dag van de Vertaler, een essentieel beroep binnen de Gewestelijke ambtenarij. Om alle Brusselaars van dienst te zijn, communiceren we in beide landstalen. Dit houdt in dat onze teksten altijd van het Nederlands naar het Frans en vice versa worden vertaald. Faïza Manouali vervult deze rol binnen talent.brussels. We hebben haar uitgenodigd voor een interview, waarin ze uitlegt wat haar functie als vertaler in het Brussels Gewest zo bijzonder maakt.
Testimonials
30 september 2024
Partage
Kun je iets vertellen over je achtergrond en hoe je in het vertaalvak terecht bent gekomen? Hoe ben je gestart als vertaler bij talent.brussels?
"Ik ben vertaler van opleiding. Ik heb Nederlands, Frans en Engels gestudeerd. Ik vertaal voornamelijk van het Frans naar het Nederlands, maar ook omgekeerd. Dankzij mijn stage tijdens mijn postgraduaat heb ik een eerste werkervaring bij een overheidsdienst kunnen opdoen. Zo ben ik in de overheidssector gerold.
In 2019 ging ik bij talent.brussels aan de slag in de diensten Talent Acquisition en Communicatie, waar ik naast mijn hoofdfunctie ook altijd vertalingen deed. Hierdoor ben ik goed op de hoogte van zowel de corebusiness van talent.brussels als de stilistische en terminologische behoeften. Na verloop van tijd ben ik opnieuw voltijds gaan vertalen."
Wat vind je het leukst en het moeilijkst aan je werk als vertaler?
"Als enige vertaler bij talent.brussels focus ik me niet alleen op het vertalen en reviseren. Ik beheer ook verschillende projecten, zoals de overheidsopdrachten rond vertaling, het budgetbeheer, het onderzoeken en opzetten van efficiënte tools om het vertaalproces te optimaliseren (bv. vertaaltool, tevredenheidsenquêtes, ...), het organiseren en prioriteren van de aanvragen, het verlenen van taalkundig advies, het coördineren van de vertalingen die worden uitbesteed en het doorgeven van de nodige feedback aan het externe vertaalbureau.
Het schakelen tussen deze verschillende taken kan soms uitdagend zijn, maar ik vind de variatie fijn en verrijkend. Hiermee help ik ook het vertaalproces te moderniseren en dat geeft voldoening. Naar mijn ervaring was het vertalen bij sommige overheidsdiensten namelijk een vrij ouderwetse bedoening. Er waren vaak geen tools beschikbaar, waardoor je simpelweg rechtstreeks in het bronbestand moest vertalen en handmatig een terminologielijst moest bijhouden. Gelukkig zijn de processen in de meeste publieke vertaaldiensten ondertussen geëvolueerd.
Een andere uitdaging is het feit dat Franstaligen vaak veel woorden gebruiken. Of zoals een van mijn vertaaldocenten het altijd zo iconisch verwoordde: ‘De Franstaligen gebruiken veel slagroom op hun taart.’ Het is dus aan mij om die taart naar behoren af te smeren. In het begin was ik erg loyaal aan de brontekst, waardoor de doeltekst niet altijd even vlot las en je soms kon merken dat het om een vertaling uit het Frans ging. Na verloop van tijd heb ik de nodige ‘afsmeertechnieken’ geleerd en ben ik meer waarde beginnen te hechten aan inhoudelijke loyaliteit. Zo deins ik er niet meer voor terug om een zin om te gooien, lange zinnen op te splitsen, onnodige herhalingen weg te laten, enz. De kunst bestaat erin een evenwicht te vinden tussen het behouden van de boodschap enerzijds en het waarborgen van de leesvriendelijkheid anderzijds. Dat is ook een van de belangrijkste lessen die je tijdens je opleiding leert: een goede vertaling herken je niet als vertaling. "
Hoe ga je te werk bij het vertalen van een nieuwe tekst? Heb je een specifieke werkwijze of proces dat je volgt?
"Wanneer ik een aanvraag binnenkrijg, registreer ik ze in de opvolgtabel. Op basis van dat overzicht stel ik prioriteiten in mijn werk. Daarna lees ik eerst globaal de brontekst, die ik dan open in de vertaaltool en die daarin wordt opgesplitst in segmenten (zinnen).
Afhankelijk van het onderwerp en de bijhorende terminologie moet ik al dan niet wat onderzoek doen. Het is belangrijk om te weten welke bronnen betrouwbaar zijn en welke je moet vermijden. Dat zijn allemaal zaken die je tijdens de opleiding leert, maar die je ook op de werkvloer gaandeweg ontdekt.
Na elk segment reviseer ik meteen mijn vertaling van de betreffende zin. En als de volledige tekst af is, laat ik hem even liggen, om er dan met een fris hoofd opnieuw naar te kijken. Deze dubbele revisie vind ik belangrijk, omdat ik momenteel alleen insta voor de vertalingen binnen onze organisatie.
Een van de vertaalregels is dat je vertaalt naar je moedertaal, omdat je die nu eenmaal beter beheerst dan je vreemde taal. Aangezien Nederlands mijn moedertaal is, laat ik mijn vertalingen naar het Frans meestal reviseren door een Franstalige communicatiemedewerker. En als het om een ingewikkelde tekst gaat, dan laat ik mijn vertaling nalezen door een collega-expert die thuis is in het domein (bv. een jurist), ongeacht de vertaalrichting. "
Hoe ga je om met vakjargon of gespecialiseerde terminologie in je vertalingen? Zijn er bepaalde vaktermen en bijbehorende vertalingen die je uit je hoofd kent?
"Vaktermen zoek ik altijd op in betrouwbare bronnen, zoals online woordenboeken, wetteksten, officiële websites, enz. Vroeger hield ik manueel een terminologielijst bij, maar nu wordt alles bewaard in het vertaalgeheugen. Tijdens het vertalen krijg ik dan vertalingen voorgesteld die eerder zijn gemaakt. Dit versnelt niet alleen het proces, maar zorgt ook voor terminologische coherentie doorheen onze teksten.
Afhankelijk van de context leer je ook welke term je moet gebruiken. Om een eenvoudig voorbeeld te geven: zo dien je te weten wanneer je het Franstalige ‘projet’ moet vertalen als ‘ontwerp’ of als ‘project’."
Hoe ga je om met taalkundige en culturele verschillen in vertalingen?
"Hier kijk ik vooral naar de boodschap. Wat wil men overbrengen? Als het mij niet meteen duidelijk is, contacteer ik de auteur van de brontekst voor meer uitleg. Dan kijk ik of er een equivalent in de doeltaal bestaat. Zo niet, dan ga ik op zoek naar een andere bewoording om hetzelfde idee over te brengen. Het is niet altijd mogelijk hetzelfde effect te creëren (bv. bij een woordspeling) en daar moet je je creativiteit naar boven halen. Vertalen is dus ook een beetje copywriten.
Naast het taalkundige aspect kom ik niet veel culturele verschillen tegen. Een van de weinige voorbeelden van een intercultureel verschil in onze administratieve teksten is het gebruik van persoonlijke voornaamwoorden. Daar waar in de Franstalige teksten altijd de ‘vous’-vorm wordt gebruikt, gaat de voorkeur in het Nederlands doorgaans uit naar de minder formele jij-vorm. De keuze in het Nederlands hangt natuurlijk ook af van het doelpubliek, maar in het Frans zal je alleszins nooit ‘tu’ tegenkomen."