Werken voor het Gewest
Over ons
My Talent
De evaluatie speelt een centrale rol in de loopbaan van een ambtenaar. Wat houdt een evaluatie in en hoe verloopt deze? Een overzicht van de belangrijkste aandachtspunten.
Nieuws
24 september 2024
Partage
De evaluatie van een ambtenaar beoordeelt continu het werk dat hij of zij verricht, gebaseerd op de functiebeschrijving en de doelen die zijn gesteld tijdens het functiegesprek. Het beoordelingsgesprek is een moment van reflectie en uitwisseling en stelt de medewerker in staat zich verder te ontwikkelen.
De evaluator is meestal de directe leidinggevende van de ambtenaar. In elk geval moet sprake zijn van een hoger niveau of graad bij de evaluator.
Als de leidinggevende een andere taalrol heeft, moet hij slagen voor een taalexamen.
Zowel statutaire als contractuele ambtenaren kunnen evaluator zijn.
De evaluator heeft geen vermelding “onder voorbehoud” of “onvoldoende” gekregen bij zijn laatste evaluatie.
De evaluator heeft een opleiding over het evaluatiesysteem gevolgd.
Als de leidinggevende niet aan deze voorwaarde voldoet, wordt een andere geschikte persoon aangewezen om de evaluatie te doen. Deze evaluator werkt dan in samenspraak met de leidinggevende om de evaluatie vorm te geven. De leidinggevende kan als observator optreden tijdens de gesprekken, mits toestemming van de geëvalueerde.
Een evaluatiecyclus bestaat uit volgende delen:
Functiegesprek: Aan het begin van de evaluatieperiode wordt een gesprek gevoerd waarin de doelen worden vastgesteld. Dit gesprek vindt plaats aan de start van de functie en de doelstellingen en evaluatietermijnen die tijdens dit gesprek geformuleerd worden, vormen de leidraad voor de verdere evaluatie. Tijdens de gesprekken worden bovendien niet alleen de doelstellingen besproken, maar ook de verwachte vaardigheden, gedragingen en zelfontwikkeling die aan de functie verbonden zijn. De functiebeschrijving vormt het startpunt voor dit gesprek.
Tussentijdse gesprekken: Deze kunnen plaatsvinden om problemen en vooruitgang te bespreken. Er kunnen aanpassingen worden gemaakt aan de doelen. Een tussentijds gesprek kan plaatsvinden op vraag van zowel de ambtenaar of diens verantwoordelijke. Voor een interne mutatie of een promotie doormiddel van een bevordering naar een hoger niveau of een hogere graad vindt ook steeds een tussentijds gesprek plaats.
Gunstige en ongunstige waarnemingen: positieve en negatieve feiten tijdens de evaluatieperiode worden in een rapport verzameld en toegevoegd aan het evaluatiedossier. Enkel de evaluator en de geëvalueerde kunnen vragen om deze stukken toe te voegen aan het evaluatiedossier.
Het evaluatiegesprek: aan het einde van de evaluatieperiode vindt het evaluatiegesprek plaats. Het evaluatiegesprek vormt het eindpunt van de hele cyclus en is een discussiemoment tussen de evaluator en de geëvalueerde omtrent de verbeter-, ontwikkel- en aan te passen punten, de verwachtingen van de hiërarchie en de relatie met de oversten en de wijze van functioneren, maar ook de positieve kanten van de afgelopen evaluatieperiode komen zeker aan bod tijdens het gesprek. Op basis van de resultaten en doelstellingen geeft de evaluator een beoordeling: "gunstig", "onder voorbehoud" of "onvoldoende".;
Het evaluatiedossier bevat alle relevante documenten zoals de functiebeschrijving, verslagen van gesprekken, evaluaties en eventuele zelfevaluaties van de ambtenaar. De formulieren en andere evaluatiedocumenten maken deel uit van het persoonlijks dossier van de medewerker en zijn dus vertrouwelijk. Dit omvat de volgende documenten:
De referentie functiebeschrijving
Het verslag van het laatste functiegesprek
De documenten over de gunstige of ongunstige vaststellingen
Het verslag van het/de tussentijds(e) gesprek(ken)
Het verslag van de het laatste evaluatiegesprek
De consultatierapporten
Het zelfevaluatieverslag (indien de medewerker dat wenst)
De eventuele beslissing van de Gewestelijke Kamer van beroep
Elk document dat de medewerker wenst dat toegevoegd wordt aan zijn dossier.
Een evaluatiecyclus voor ambtenaren start op het einde van de benoemingstage of aan de start van de contractuele aanwerving en duurt twee jaar, op voorwaarde dat in deze periode sprake is van minstens zes maanden effectieve dienstuitvoering. Als dit niet het geval is door afwezigheid, verlof of loopbaanonderbreking, behoudt de ambtenaar zijn laatste beoordeling. Als er geen reden kan opgegeven worden voor het gebrek aan evaluatie krijgt de ambtenaar een gunstige beoordeling. Na afloop van elke evaluatiecyclus start deze opnieuw.
In het kader van een promotie of een interne mobiliteit blijft de evaluatiecyclus doorlopen. Er wordt in dit geval wel een tussentijds gesprek ingepland om de vorige functie af te ronden en een functiegesprek gevoerd om de nieuwe doelstellingen eigen aan de nieuwe functie te bespreken. Tijdens het evaluatiegesprek worden de beide functies in rekening genomen voor de beoordeling.
Een evaluatiecyclus begint opnieuw als er sprake is van een nieuwe functie naar aanleiding van:
een reorganisatie
een mutatie of een intraregionale mobiliteit
het terugkeer van een detachering (kabinet of ander)
Alle personeelsleden zijn onderhevig aan deze evaluatiecyclus behalve:
De statutaire stagiaires
De agenten met een Startbaanovereenkomst van minder dan 2 jaar
De agenten met een bepaalde duur contract van minder dan 2 jaar
De gedetacheerde agenten bij een GOB of een ION, door de MIVB, de CIBG …
De gedetacheerde agenten in de ministeriele kabinetten, koepel Sociale Dienst,...
Wat als je het niet eens bent met de beoordeling?
Een ambtenaar kan binnen twintig dagen na ontvangst van een negatieve beoordeling ("onvoldoende" of "onder voorbehoud") beroep aantekenen bij de gewestelijke kamer van beroep.
De kamer van beroep hoort zowel de evaluator als de ambtenaar en komt binnen 60 dagen tot een besluit.
Gevolgen van de beoordeling "onder voorbehoud" of "onvoldoende"
Een beoordeling "onder voorbehoud" of "onvoldoende" kan invloed hebben op de carrière van de ambtenaar:
De ambtenaar kan geen evaluator zijn
De anciënniteit wordt bevroren, waardoor de toegang tot een hogere salarisschaal tijdelijk opgeschort wordt
Onmogelijkheid om aan promotie-examens deel te nemen
Onmogelijkheid om een vrijwillige mutatie aan te vragen
Onmogelijkheid om een vrijwillige intraregionale mobiliteit aan te vragen
Een ambtenaar die een dergelijke beoordeling krijgt, wordt onderworpen aan een verkorte evaluatiecyclus van zes maanden. Na één tot drie maanden volgt een tussentijds gesprek. Na afloop van de verkorte evaluatiecyclus volgt opnieuw een beoordeling.
Een ambtenaar die twee keer achter elkaar een "onvoldoende" krijgt, kan worden ontslagen wegens beroepsongeschiktheid. In dat geval ontvangt de ambtenaar een ontslagvergoeding.
Na afloop van elk (tussentijds) gesprek wordt een rapport opgemaakt.
Deze wordt in het geval van een functiegesprek, een tussentijds gesprek of een evaluatiegesprek binnen de 15 dagen opgestuurd naar de ambtenaar ter ondertekening. De ambtenaar kan zijn eigen opmerkingen toevoegen aan dit rapport. De HR-dienst van de betrokken organisatie moet binnen de 30 dagen na het gesprek in het bezit zijn van het ondertekende rapport. Indien deze termijn niet gerespecteerd wordt, zal het rapport aangetekend verstuurd worden naar de ambtenaar.
Het evaluatiedossier is toegankelijk voor de ambtenaar, zijn leidinggevende en de dienst HR.
Een zelfevaluatie kan worden toegevoegd aan het dossier, maar is alleen ter informatie.
Dit proces zorgt ervoor dat de prestaties en ontwikkeling van ambtenaren zorgvuldig en eerlijk worden beoordeeld, met duidelijke stappen voor feedback en beroep.
*Ambtenaar die deel uitmaakt van een GOB die valt onder het besluit van 21 maart 2018 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel (Art. 131-154)
**Ambtenaar die deel uitmaakt van een ION die valt onder het besluit van 21 maart 2018 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Art. 124-147)